zesde lesdag / Een dag vol vliegen en fun / De "gulden" zin

Er waren een paar bekende gezichten voor mij: Jelle en Stefan. Didier had blijkbaar al één dag gelest. Boudewijn, Hilde en Roger waren echte beginnelingen. Zoals gewoonlijk begonnen we met de opbouw en de beginnelingen liepen niet-ingehaakt met de deltavleugel. Ik heb ze echt goed ingehammerd dat ze dit SNEL moesten kunnen doen, want anders gingen ze NIET van de grond gaan later op de dag. Ze hebben echt hun best gedaan.

Stefan had deze keer zijn twee kinderen mee. Seppe en Sien. Ze hebben zich beiden ook goed bezig gehouden met hun eigen versie van deltavliegen. Helaas heeft de parasol het niet lang uitgehouden. Pieter, onze instucteur, had een verrassing bij. Een oude parachute! Die kinderen hebben dolle pret ermee gehad.
Er was niet veel volk op de leshelling. Slechts een paar parapentes en wij met drie deltas. Er was één parapentist, die ik graag zag vertrekken. Type van mens dat vooral veel verkeerd ziet bij anderen. Had er bijna problemen mee toen ik met de deltavleugel de schans (slecht twee meter breed) op wou gaan waar hij stond op de hellingtop. "Helaba, ik ga hier direkt vertrekken, he". Hij had al meerdere malen zijn parapente omhoog getrokken en iedere keer weer laten vallen. Toen ik klom lag zelfs de parapente op de grond. Gelukkig heb ik ook nog aangename parapentisten gezien. Ze zijn gelukkig niet allemaal van hetzelfde slag. Oef!

Didier, Jelle en Stefan hebben zich ook rot geamuseerd. Het waren echt leuke lesvluchtjes. Soms ging er iets fout, maar dan had je weer wat bijgeleerd. Stefan had zelfs bijna één keer Pieter omver gevlogen. Stefan ... jaja ... het staat op video en dus ook bij mijn YOUTUBE internet filmpjes! ;^)
We nemen vanaf nu aan dat de algemene regel wordt: Je blijft kijken naar Pieter en houdt hem als referentie, maar je poogt er niet OP te vliegen.

Na een verdiende middagpauze... (Didier, ik geef je morgen die 10 euro terug!)... hebben we de les verder gezet. De wind was iets minder gunstig. We moesten wat meer wachten voordat we konden vertrekken. Maar ... we werden allemaal moe.

Het was me niet meer gelukt om in de namiddag een mooie voetlanding te maken. Ik heb één keer serieus te hoog geflared. Ging omhoog en verloor serieus snelheid. Ik dacht ... snelheid winnen door neus omlaag. Ja, dat zou misschien gelukt hebben als ik dan krachtig en hevig nog eens zou geflared hebben. Maar ... ik had niet die duwsnelheid bij mijn tweede flare. Dus ... volop op de buik. Mijn laatste vlucht was er een met veel windstoten. Ik ging iedere keer terug omhoog op het moment dat ik dacht "Ok, laag genoeg, flaren." En wanneer ik het dan wel wou doen, dan ... dropte ik zowat twee meter omlaag. WEERAL OP MIJN BUIK! Nonde, niet echt in schoonheid geëindigd.
Ik wijd deze buiklandingen toe aan drie dingen.
1) vermoeidheid
2) turbilenties
3) terug vergeten van niet enkel de buizen vooruit te duwen bij het flaren maar ook naar boven (zie reden 1?)
Was een leuke dag. Morgen vlieg ik misschien met de Pieters Twist of zoiets. Ben naam vergeten. Zal eerst Pieter terug moeten overtuigen dat ik geen buiklandingen meer maak. Zo riskeert hij anders de buizen van zijn mooiere deltas, he.
Voor zij die meededen aan deze lesdag: bij YOUTUBE vind je mijn videootjes en bij WEBSHOTS mijn fotos.